Manifest
"Nothing on the top but a bucket and a mop. And an illustrated book about birds. You see a lot up there but don't be scared. Who needs action when you got words?"
— Plateau, Nirvana
Op de top van de berg, zie je de ware omvang niet. Die ervaar je alleen aan de voet. Daar zie je hoe lang, steil en uitdagend de weg naar boven is. Dit is een metafoor voor het Nederlandse zorgstelsel: een berg die is opgetrokken uit gelijke delen solidariteit en marktwerking. Waar kapitalistische kliffen worden afgewisseld door sociaaldemocratische plateaus. En een berg waar zorgaanbieders en masse tegenop klimmen. In een gereguleerde competitie, met het solidariteitsbeginsel als scheidsrechter.
Op de top van de berg liggen slides. De cijfers illustreren dat het financieel slecht gaat met zorgorganisaties. Dat zorgprofessionals de sector uitzwaaien vanwege werkdruk en regelzucht. Dat GGZ-wachtlijsten oplopen. Dat de emmer overstroomt, de dweil in het ravijn ligt.
Aan de voet van de berg constateren we dat de kwaliteit van zorg hoog is. Dat de levensverwachting stijgt. Dat mensen langer thuis wonen. Dat ziektes die dodelijk waren, curatief worden. Dat huisartsen en wijkverpleging samen optrekken, elkaar zekeren en gidsen.
Op de top van de berg wordt veel gesproken, vooral door media, politici en zorgbestuurders. Gesprekken die worden gedomineerd door gevoelens van machteloosheid en pessimisme. Aan de voet van de berg wordt positieve actie ondernomen, vaak buiten het zicht van die media, politici en bestuurders.
Dit is de zorg-paradox.
We hebben een nieuw perspectief nodig. Frisse ideeën. Een holistisch narratief. Een ladder die alle mensen die in de zorg werken, de top van de berg laat bereiken.
Adapta wil een trede op die ladder zijn. Door het werkzame leven van zorgprofessionals leuker, beter en makkelijker te maken. Door hen te ondersteunen met technologie die niet keurslijft, maar bevrijdt. Die niet verzwaart, maar verlicht. Die vakmeesterschap niet in Frage stellt, maar aanmoedigt. Zodat we met minder bagage de weg omhoog inzetten. Liefst met alleen een boekje over vogels in de achterzak.
En altijd: mét lef, uit liefde.
‘En wat doe jij precies?’ is een vraag die een relaas van een uur op kan leveren, want leg oma maar eens uit wat Green van Black Belt onderscheidt. Of een Business Analyst van een Data Analyst. Maar zeg dat je verzorgende of verpleegkundige bent, dan snapt iedereen dat. Omdat dit nog ‘echte’ ambachten zijn. Die het verdienen gekoesterd te worden. En dat is wat zorgorganisaties moeten doen. Niet meer, en niet minder.
Zorgprofessionals zijn het snel kloppende hart van iedere zorgorganisatie. En dus is het de kerntaak van zorgorganisaties om dat hart in topconditie te houden. Het monitoren van iedere hartslag en het corrigeren van elke onregelmatigheid, levert daar zelden een substantiële bijdrage aan. Bepaal kaders, maar werk vanuit het besef dat young hearts roam free. En dat dit ook voor oudere harten geldt. Autonomie houdt het hart jong. En hoe jonger het hart, hoe sneller het klopt.
Kaders zijn goed, procedures zinvol en processen nuttig. Maar wat we soms vergeten, is dat we ‘zelfbureaucraten’ zijn. Veel regels worden niet extern opgelegd, maar intern gecreëerd. En nooit meer geëvalueerd. De ‘we doen wat we doen, omdat we het al zo deden’ aanpak. Maar niemand kan zich herinneren waarom. Tijd om de boel flink te ontregelen en zorgprofessionals centraal te stellen.
Voor brood naar de bakker, voor vlees naar de slager, voor je lijf naar 101 specialisten. Dat is wat we nu doen. Maar moeten we dat wel willen? In onze optiek levert concentratie van (vooral) chronische ouderen constipatie op. En reistijd. Hoe lokaler we zorg kunnen faciliteren, hoe persoonlijker en toegankelijker het aanvoelt. Huisartsen, specialisten, wijkverpleging en technologie vormen samen een winnend wijkkwartet.
Grootsch ende meeslepend? Zo lezen we graag verhalen. Maar als het over zorg gaat, huldigen we liever het KISS principe. Kleinschalige woonvoorzieningen voor kwetsbare ouderen dus. Niet somewhere over the rainbow, maar in hun eigen, vertrouwde wijk, zodat (informele) netwerken intact blijven en de gehaktballetjes nog ‘gewoon’ van Slager Bert komen.
De gemiddelde zorgbestuurder heet Edwin (hoi, Edwin!), is in de ’50, mag zich RA noemen en stoempt in de vakantie dapper de Mont Ventoux op. Enorm knap, maar een bestuurskamer vol Edwins, vindt Edwin zelf ook behoorlijk saai. Dus doe hem een plezier en verrijk zijn perspectief, bijvoorbeeld met dat van collega’s (m/v/het) uit het zorgveld zelf. Wedden dat hij daar blij van wordt!
Meer geld. Meer geld. En meer geld. Dat zijn de meest geopperde oplossingen om ‘de zorg Titanic’ vlot te trekken. En ja, met geld kunnen gaten worden gedicht. En ja, misschien wil het strijkorkest dan langer doorspelen. Maar het idee dat extra middelen gebrekkige organisatiestructuren kunnen compenseren, is een vorm van magisch denken. Dus focus op wat echt telt en organiseer slimmer, ongeacht de middelen.
De tijd dat de zorgsector werd vereenzelvigd met boomknuffelaars in sandalen ligt achter ons. Dat is jammer, want sandalen zitten lekker en bomen zijn lief. Gelukkig is er nu technologie om te omarmen. Niet als doel op zich, maar als middel om het werkzame leven van zorgprofessionals verbeteren. Dus trek die sandalen weer eens aan en ga erop uit. De juiste tech-partners laten je door de databomen het zorgbos zien. En andersom.
Tuurlijk, de zorgsector heeft best een lange weg te gaan. De berg is hoog, de kliffen zijn steil, de ravijnen diep. Ook Adapta beschikt niet over een trap die lang genoeg is om solo de top te bereiken. Maar: elke trede die we verder komen, brengt ons dichter bij het boekje over vogels. En elke zorgorganisatie kan zo’n trede zijn. Samen klimmen? Laat het niet bij woorden, kom in actie!